Met de release van ‘Alien: Covenant’ op blu-ray en dvd vonden wij het een ideale gelegenheid om een ietwat vergeten acteur terug in de spotlights te brengen, nl. Michael Biehn. Wij hadden een ontmoeting met de acteur in Duitsland en vol overgave gaf hij tekst en uitleg over zijn ervaringen met o.m. James Cameron, ‘Aliens’ en andere projecten.
Hij vertolkte Dwayne Hicks in ‘Aliens’ uit 1986, nadat hij zijn absolute doorbraak beleefde met het personage Kyle Reese uit de eerste ‘Terminator’-film. Voorts was hij te zien in heel wat actie- en sf-films, waaronder ‘The Abyss’, ‘Navy Seals’, ‘Tombstone’ en ‘The Rock’.
Je beleefde je absolute doorbraak met je rol van Kyle Reese in ‘The Terminator’. Wat betekent die film voor jou?
Michael Biehn: De film werd over een periode van 11 weken opgenomen in ’83 en een jaar later uitgebracht. Heel wat mensen denken dat “The Terminator” van mij een ster maakte. Ze noemen mij een ster uit de jaren ’80, maar eigenlijk hebben ze het fout. Schwarzenegger, Stallone, Norris en Willis waren de vedetten. Toen ‘The Terminator’ werd uitgebracht in de bioscopen was het een vrij groot succes, maar merendeel zag de film op VHS. Dus de populariteit kwam wat mij betreft nogal traag op gang. Zelfs na ‘Aliens’ was het vooral James Cameron die met alle lof ging lopen. En hij verdiende het ook. Daarna deden we nog ‘The Abyss’ samen. Dus als je mijn carrière overloopt was ik totaal geen filmster. Ik stond nooit op de cover van een magazine, ik ging zelden of nooit naar speciale premières of liep over de rode loper. Dat deed ik heel bewust, want ik wou zo min mogelijk opvallen. Het was ook mijn bedoeling om waar mogelijk diverse rollen te kunnen spelen.
Misschien was dit wel een slimme zet…
Michael Biehn: Ik denk het wel, want als je een acteur neemt als Tom Cruise, die kan gewoon niet vrij rondlopen in Los Angeles. Je hebt voortdurend bodyguards nodig, het is vrijwel onmogelijk om met je kinderen naar de bioscoop te gaan, … Twee à drie keer per dag gebeurt het wel dat mensen me herkennen, en dan verloopt dit zeer gemoedelijk. Méér moet dit niet zijn.
Je gaf het zelf reeds aan, ook voor ‘Aliens’ werkten jullie samen. Heb je daar speciale herinneringen aan overgehouden?
Michael Biehn: ‘Aliens’ was een schitterende ervaring, omdat we konden filmen in de legendarische Pinewood Studios in Engeland. Ik kon opnieuw samenwerken met Bill Paxton (na ‘Lords of Discipline’ en ‘The Terminator’), dus we maakten heel wat plezier. Tijdens de opnames in 1986 verbleven we in Chelsea, en samen met acteur Lance Henriksen beleefden Bill en ikzelf een ongelooflijke tijd bij het uitgaan! Sigourney was ook zeer aangenaam om mee samen te werken. Weet je, terzelfdertijd waren ze “Full metal jacket” aan het draaien in de regio. Terwijl “Aliens” uitkwam in de zalen, waren ze nog steeds bezig met die oorlogsfilm van Kubrick. Het duurde méér dan een jaar alvorens die film af was! (lacht)
Bij de release van ‘The Abyss’ deden er diverse geruchten de ronde dat er productieproblemen waren. Kan je daarover iets vertellen?
Michael Biehn: Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat er heel wat productieproblemen waren. Er werd niet langer gefilmd dan voorzien. Het is wel geen geheim dat Ed Harris niet bijzonder blij was met bepaalde posities die hij moest innemen onder water. Hij vond het bij momenten zelfs onveilig. Ook waren er acteurs bij die er soms wat verloren bijliepen op de set, omdat ze vaak niks te doen hadden. Misschien wel te begrijpen, want als ze mijn scènes aan één stuk hadden gefilmd, was ik klaar op 10 dagen tijd. Nu was ik daar voor 16 weken. Begrijp je? Er waren dus heel wat dooie momenten, waarbij men veel geduld moest hebben.
Je stond op de set van ‘Terminator 2: Judgment Day’, maar jouw scènes sneuvelden bij de bioscooprelease. Was je teleurgesteld?
Michael Biehn: Niet echt. Ik was al blij om aanwezig te mogen zijn op de set met Jim. Het is altijd weer een unieke ervaring. De oorspronkelijke speelduur was veel te lang, waardoor Jim zich genoodzaakt zag om diverse scènes te schrappen, waaronder die waarin ik te zien was. Het gekke is dat ik wél te zien was in de originele trailers van “Terminator 2”. Uiteraard waren mijn vrienden dan enorm verrast toen ze me niét zagen in de film.
Gelukkig was er dan jaren later de dvd-release waar je kon kiezen uit de bioscoopversie en de langere versie.
Michael Biehn: Ja, inderdaad. Jim wou me dolgraag in de film, maar soms moet je keuzes maken. De dvd zorgde ervoor dat de fans de integrale film te zien kregen.
James Cameron staat ervoor bekend om een perfectionist te zijn. Kan jij hem beschrijven?
Michael Biehn: Ik hou er enorm van om met Jim samen te werken. We werkten samen in het beginstadium van zijn carrière. Hij was toen al zeer toegewijd en gepassioneerd door zijn vak. Hij wist wat hij wou. En als je weet wat iemand van jou verlangt, dan doe je gewoonweg je uiterste best. Ik heb alleen maar goeie herinneringen aan onze samenwerking. Méér zelfs, ik bewonder hem zodanig, dat ik zelfs een kogel zou opvangen voor hem.
Is er een mogelijkheid dat jullie in de toekomst terug samenwerken, eventueel voor de sequels van ‘Avatar’?
Michael Biehn: Wel, het probleem met ‘Avatar’ is dat ze al Sigourney Weaver hebben, en zij is een grotere naam voor 20th Century Fox dan ikzelf. Ze houden van haar. Daarom was de kans zo goed als onbestaande dat ik ook een rol zou krijgen, omdat Jim wou vermijden dat de mensen meteen aan “Aliens” zouden denken. Ik ga er vanuit dat Sigourney ook zal meewerken aan de vervolgfilms, dus ja … Maar niet getreurd, ik zie Jim nog enkele keren per jaar. We blijven vrienden.
Je werkte ook tweemaal met die andere legendarische regisseur, nl. William Friedkin, voor het misdaaddrama ‘Rampage’ en de thriller ‘Jade’. Wil je daarover iets kwijt?
Michael Biehn: William Friedkin is een briljant regisseur. Ik denk dat hij de beste horrorfilm ooit maakte met “The Exorcist” en wellicht ook de beste politiefilm met “The French Connection”, met daarin misschien wel de beste auto-achtervolging aller tijden. Zoals je zei, werkte ik met hem voor twee films en ik beleefde er veel plezier aan. Hij is zeer gepassioneerd en een beetje gek, maar zo ben ik ook, dus dat klikte bijzonder goed (lacht). Wanneer hij niet aan het filmen is, praat hij ronduit over diverse onderwerpen als kunst, geschiedenis, muziek, theater, opera, … en is het een waar genoegen om met hem de dialoog aan te gaan. Maar … wanneer je op de set staat met hem, dan zorg je er maar beter voor dat je klaar bent met je voorbereidingen. Dan moet je er écht klaar voor zijn! Het is een zeer intens iemand. Ik denk dat hij een soort spanning wil creëren op de set, met de bedoeling dat dit dan ook zijn weerklank krijg in de het eindresultaat van de film. Dus ja, als je kan samenwerken met regisseurs van dergelijke klasse, dan kan je alleen maar fier zijn.
Je was te zien in ‘Tombstone’ en de tv-serie ‘The Magnificent Seven’. Hou je van westerns?
Michael Biehn: Jammer genoeg maken ze amper nog westerns, omdat ze enorm duur zijn om te maken. Iedere kans die ik krijg om in dergelijk project te stappen, grijp ik met beide handen aan.
Je speelde ook een belangrijke bijrol in de films ‘The Rock’ en ‘The Art of War’. Hebben die titels een speciale betekenis voor jou?
Michael Biehn: Ik heb enorm genoten van de draaiperiode van “The Rock” met Sean Connery. Ook al had ik een bijrol, ik vond het een goed geschreven personage en mijn dood werd prachtig in beeld gebracht. Wat ‘The Art of War’ betreft, dat vond ik een nogal verwarrende film. Ik begreep het verhaal niet zo goed, als ik eerlijk mag zijn. We namen de film op in Montreal, wat dan wél weer zeer aangenaam was.