Wanneer je je pasgeboren kindje moet achterlaten in de couveuse, dan breekt je moederhart. Ook dat van Daphne Paelinck was gebroken toen ze beviel na 30 weken zwangerschap.
Ze kreeg wel bijstand van een psychologe uit het ziekenhuis, waar ze altijd beroep op kon doen, maar dat deed ze niet. Ze was ervan overtuigd dat ze het ook zonder haar kon en dat ze niet flauw moest doen.
“Ondertussen keek ik uit naar het moment dat Mae naar huis zou kunnen komen. Tegelijk begon er ook weer een moeilijke periode, waar nog te weinig aandacht voor is, vind ik. Want iedereen was heel blij voor ons en dacht dat ons gezinsgeluk nu kon begonnen, dat alle problemen van de baan waren. Maar zo was het jammer genoeg niet”, zegt Daphne in Dag Allemaal.
Daphne zat helemaal niet op een roze wolk en de moedergevoelens kwamen maar niet naar boven. Terwijl Mae in haar wiegje lag in een hoek van de kamer, voelde Daphne de drang niet om haar vast te nemen.
“Ik had ook de reflex om me schuldig te voelen daarover. Terwijl dat achteraf gezien misschien niet zo gek was. Na de bevalling werd Mae meteen naar de couveuse gebracht. De weken na de bevalling werden we geleefd door het ritme van dokters, de verplegers en de machines die haar ondersteunden. Onze band is moeten groeien en gelukkig kwam die er snel. Maar het heeft toch tot afgelopen zomer geduurd eer ik mijn eigen rust had teruggevonden.”