Als deel van het verwerkingsproces ontwikkelde Jeroen Meus mee het programma ‘Dagen zonder broer’. Daarin werd duidelijk dat hij aanvankelijk niet graag naar het graf van zijn broer ging.
“Wanneer we in mijn jeugd het graf van mijn bomma bezochten, vond ik dat een akelige bedoening. Die sacrale stilte, die verplichte somberheid… Er werd nooit over de dood gepraat, en daar, op die treurige plaats, was ze plots wel heel aanwezig”, vertelt Jeroen aan Humo.
Dat werkte nog altijd een beet je door toen ik de eerste keren naar het graf van mijn broer ging.
Jonge mensen gaan daar nu helemaal anders mee om. Ze maken er een plek van waar ze de overleden persoon vieren. Dat doen ook zijn kinderen.
“We zijn alleen maar bezig met het leven, en daardoor zo slecht voorbereid op de dood. Ik probeer om mezelf nu voor te houden dat de dood niet buiten het leven staat, dat ze geen schaduw is die boven alles hangt, maar gewoon bij dat leven hoort”, onthult Jeroen Meus aan Humo.