Op woensdagavond is Sam Gooris steevast in zijn stamcafé terug te vinden om een goeie pint te drinken en een potje biljart te spelen. Aan competitie doen ze niet, ze spelen alleen voor het plezier.
“Het is allemaal heel gemoedelijk en plezant. Ik doe dat graag. En ondertussen wat lachen en zwanzen, het maakt niet uit wie wint. Ik heb ook geen enkele moeite om tegen mijn verlies te kunnen. Als ik nipt verlies, pikt het wel even, maar het is simpel, hé: de beste wint altijd. Je kan wel wat pech hebben, maar als je slecht spelt, verlies je. Toppenbiljart is een eerlijk spel”, zegt Sam in Primo.
Sam heeft ook zijn eigen keu, maar die neemt hij nooit mee naar zijn stamcafé. En daar heeft hij een goede reden voor.
“Het zijn hier allemaal supporters van den Antwerp, rood en wit, en ik heb een paarse keu, in een paars etui. De kleuren van aartsvijand Beerschot. Ik heb die ooit eens van iemand cadeau gekregen. Een heel mooie keu, maar ik durf hem hier niet mee naartoe te brengen. Ze zouden zot worden, mijn maten.”
