De pandemie is voor niemand echt gemakkelijk, en al zeker niet voor de mensen uit de cultuursector. Heel wat mensen onder hen kwamen zonder werk te zitten en kregen maar geen nieuwe aanbiedingen voor de toekomst. Ook Charlotte Timmers niet. Haar vader bood haar een job aan in zijn schoenwinkel en haar oom wou haar als vertegenwoordiger voor zijn parketvloeren.
“Ik was bijna een elegant geschoeide parketverkoopster. Ik blijf uiteindelijk altijd twijfelen over dit beroep. Het is best een akelig jobke. In wezen blijf je voor eeuwig kind. Je job is letterlijk spelen. En je bent altijd afhankelijk van anderen. En is dat nu net niet de bedoeling van volwassen zijn”, vraagt Timmers zich af in Het Nieuwsblad.
De één vindt het prima, terwijl Charlotte daar toch wel wat moeite mee heeft. Maar een echte oplossing heeft ze er niet voor. “Een probleem aankaarten is makkelijk. Maar het oplossen? Dat wordt een stuk moeilijker.”