Toen James Cooke een puber was ging hij door een moeilijke periode. Hij kampte met de typische puberproblemen en moest naar een ‘babbeldokter’.
“Daar leerde ik ook te zeggen hoe ik me voel, en mezelf niet te verloochenen. Ik wilde in die periode alleen maar de clown zijn, mensen doen lachen en gelukkig maken. Geliefd zijn, dat was belangrijk, en daar begon ik naar te handelen. Zo is het leven niet. Ik herkende mezelf niet meer. Vandaag wil ik nog altijd mensen blij maken: de toeschouwers in het theater, de kijkers op televisie. Maar niet meer ten koste van mezelf. Oprechtheid is belangrijk, ook dat kreeg ik van thuis mee. In een depressieve periode zou ik geen feelgoodprogramma kunnen maken. En net dat doe ik het liefst. Ik kijk zelf ook graag naar programma’s die me een glimlach bezorgen”, klinkt het in Citta.
Die manier van leven zal James nooit kunnen doorgeven aan zijn eigen kinderen. Hij en Dorian hebben een belangrijke knoop doorgehakt en kiezen ervoor om toch niet voor kinderen te gaan.
“Al geloof ik de vele mensen die ons vertellen dat een kind hebben het opperste geluk is. Toch ben ik bang dat ik een kind niet kan geven wat het nodig heeft. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was, mama was doodongelukkig. Dat zal ik nooit vergeten, zoiets neem je mee als kind. Ik zou voor een kind te weinig tijd kunnen maken en me daar schuldig over voelen.”