Als jong meisje had Klaasje Meijer natuurlijk veel dromen die ze gerealiseerd wilden zien worden. Een K3’tje worden was daar één van. Maar ’s nachts droomt Klaasje natuurlijk zoals iedereen, maar dat zijn dan toch dromen die ze liever niet gerealiseerd ziet.
“Ik droom alleen maar enge dingen. Een paar nachten geleden: dat er een lijk lag in de oude bijkeuken van het huis waar ik als kind ben opgegroeid. Het had erge verwondingen, zei papa, waarschijnlijk van een zwaar ongeluk, we mochten er niet naar gaan kijken. Alleen, we moesten naar buiten en de enige weg naar buiten was langs de bijkeuken en dus zei ik in de droom tegen m’n jongere zussen en tegen m’n moeder ‘Doe allemaal je ogen toe, geef elkaar een hand en ik zal voorop gaan.’ Wat we ook hebben gedaan”, lacht Klaasje in Het Laatste Nieuws.
Gelukkig droomt Klaasje geen traumatische dingen uit haar kindertijd, want die verliep heel mooi. Zo liet Klaasje zich vertellen dat ze het eerste 1,5 jaar heel erg verwend was.
“Maar mijn eerste echte herinneringen zijn waarschijnlijk van toen we al in Nieuwendijk in Brabant woonden, de plek waar we voor het werk van papa naartoe waren verhuisd. Mijn moeder en mijn vader hebben na mij nog vier kinderen gekregen, waardoor we het nooit echt breed hebben gehad. Vaak waren er geldzorgen en moesten mijn ouders hun best doen om de eindjes aan elkaar te knopen om bijvoorbeeld de muziekschool te betalen. Mijn moeder heeft om die reden nooit tennis gespeeld of dure hobby’s gehad. Liever besteedde ze dat geld aan de kinderen. Dertien jaar is ze huismoeder gebleven, dat moet niet altijd gemakkelijk geweest zijn voor haar, erna is ze weer gaan werken.”