Van de supergespierde honk die Metejoor ooit was, schiet intussen niet zoveel meer over. “Vroeger zat ik elke dag in de fitness. Enorme bovenarmen had ik en een gespierd lijf.”
De zanger weet nu dat een goede conditie als podiumartiest belangrijker is dan spieren. “Zo’n Sportpaleis, dan loop je heel wat kilometers af.”
En dan schatert hij het plots uit. “Laatst kwam er een vriend langs die ik al lang niet meer had gezien. Het was warm, we zaten beiden in bloot bovenlijf en hij zei: ‘Jij bent echt wel alles kwijt wat je ooit had.’
Wat ook minder is bij Metejoor is de zin om terug naar zijn vorige job in het onderwijs te gaan. “Het is een job die me na aan het hart ligt, want je maakt deel uit van de persoonlijke ontwikkeling an een kind. Maar intussen heb ik iets ervaren dat alles overstijgt. Muziek.”
En de artiest besluit in Billie met een welgemeende wens: “Ik zou nooit nog iets anders willen doen. Elke keer als ik van een podium kom, denk ik: ‘Ik hoop dat het hier niet bij stopt.”