Wie Will Tura wat beter kent, weet dat hij liever iets vertelt met zijn liedjes dan via interviews. “Ik ben een zanger. Dit is mijn leven. Ik ben verslaafd aan mijn muziek”, het is niet toevallig één van zijn songteksten.
Zestig jaar staat hij ondertussen op de planken, maar toch raken weinig journalisten echt dicht bij Will. Luk Alloo heeft natuurlijk een streepje voor. Hij kent Will al jaren privé. Heel uitzonderlijk mag Luk zijn schoonvader Will nu dagenlang volgen en allerlei verrassingen laten beleven. Al houdt Will niet echt van verrassingen. “Je had me moeten verwittigen van alles wat je over me vindt”, zegt hij met uitgestreken gezicht tegen Luk.
Een van die verrassingen is een trip naar Wills roots in het West-Vlaamse Veurne. Daar zet Luk hem opnieuw achter het stuur van zijn allereerste auto, een Volkwagen Kever Cabrio uit 1958, “een sproetje”, zegt Will, “the car of my life”. Samen rijden ze naar de plaats waar hij zijn allereerste optreden deed in Veurne, zaal Eldorado, al blijkt het gebouw niet meer te bestaan.
Niet onder de indruk
Heel pakkend wordt het als Will zijn allereerste date met zijn vrouw Jenny kan overdoen, in hetzelfde café in Brussel, aan hetzelfde tafeltje als toen, meer dan 45 jaar geleden. Jenny herinnert zich dat ze eerst niet echt onder de indruk was van de populaire zanger. “Ik weet dat ik toen ‘meneer’ zei. Hij deed zijn best. Maar ik wou nooit een eerste stap zetten. Dat moest hij doen. Hij was een knappe man, maar ik was niet meteen verliefd.” Will vertelt over wat hij ziet als het geheim van hun huwelijk. “Ze heeft altijd goed gedoseerd. Ze was altijd een vrouw die wist wat ze wou, maar me nooit vleide. Ik was Arthur Blanckaert voor haar, en niet Will Tura.”
James Blanca
Er is geen Vlaming die de naam Will Tura niet kent. En dat terwijl het weinig had gescheeld of de jonge Arthur Blanckaert was eind jaren ’50 het podium opgekropen als James Blanca. Dat was de naam die zijn ontdekker Walter Richard toen aan zijn poulain wou geven. Will was het zelf bijna vergeten, maar bij een bezoek aan zijn ouderlijke woning in Veurne, duiken er oude krantenknipsels op. Het huis wordt nu bewoond door een fan van Tura, en die verzamelde heel wat knipsels. Will groeide op in dat huis, en haalt herinneringen op aan zijn ouders, zijn zus en zijn broers. “We hingen echt aan mekaar, mijn familie is nog altijd heel close. Een clan, op zijn Italiaans. Dat was fantastisch.” Als Will besluit op het strand te gaan joggen, loopt hij binnen bij zijn oudere zus Jacqueline. Nog altijd zijn die twee handen op één buik. “Al in het derde leerjaar zeiden ze: Tuur luistert niet tijdens de les, met zijn hoofd zit hij nog in de zangles. Het was altijd muziek.”
Maar de man die al heel zijn leven met muziek bezig is en in Vlaanderen alles heeft bereikt, blijft ook op zijn 77ste nog zenuwachtig als hij moet optreden. “Het is eigenaardig, dat besef ik. Soms begrijp ik het zelf niet. Ik ben een twijfelaar. Bij alles wat ik doe, stel ik de vraag: doe ik het goed genoeg? Maar Ik ben ook altijd verwend door mijn publiek. Soms komen ze voor de 20ste keer. En is opnieuw de zaal uitverkocht. Dat is een geweldig medicijn.”